Wat gebeurt er met transplantatiepatiënten en degenen die wachten op orgaantransplantaties tijdens de COVID-19-pandemie?

De COVID-19-pandemie heeft alle Europese landen veroverd en het aantal besmette patiënten neemt voortdurend toe. Deze pandemie heeft ernstige gevolgen voor transplantatiepatiënten. Ze vormen een risicopopulatie en daarenboven zijn de transplantatieactiviteiten ook verminderd omdat er een prioriteit wordt gegeven op de intensive care units aan patiënten die geïnfecteerd zijn met COVID-19  (er is dus minder ruimte voor patiënten die direct na de transplantatie op de intensive care worden opgenomen). Er is ook een plotselinge daling van het aantal donoren.

 

Waarom zijn getransplanteerde patiënten gevoeliger voor COVID-19-infectie?

Patiënten met verschillende geassocieerde aandoeningen lopen een groter risico op complicaties in het verloop van COVID-19, en patiënten die wachten op een transplantatie hebben vaak aandoeningen zoals nierfalen, respiratoir- of hartfalen. Bovendien krijgen patiënten na de transplantatie een immuunsuppressieve behandeling en is er een terechte bezorgdheid dat deze patiënten een groter risico lopen op complicaties in het verloop van COVID-19, omdat hun immuunsysteem minder goed werkt. De eerste observaties bij mensen na de transplantatie bevestigen deze bezorgdheid. Op 10 maart 2020 werden in Frankrijk COVID-19 infecties bevestigd bij 83 getransplanteerde patiënten en 30% van hen had een ziekenhuisopname op de intensive care nodig. Het is daarom zeer waarschijnlijk dat een hoge dosis van immuunsuppressieve medicatie een hoog risico op ernstige COVID-19 infectie veroorzaakt, vooral in de vroege posttransplantatieperiode. Er zijn momenteel onvoldoende studies over COVID-19-infectie beschikbaar in België. Testen op Covid-19  worden alleen uitgevoerd bij patiënten met ernstige symptomen, en het lijkt erop dat bij posttransplantatiepatiënten, zelfs met milde klinische symptomen die de aanwezigheid van COVID-19 suggereren, er een lagere drempel voor screening op COVID-19 zou moeten zijn, aangezien posttransplantatiepatiënten een hoger risico op infectie hebben. De resultaten van de testen wijzen erop dat ongeveer de helft van de geïnfecteerde personen geen of slechts milde symptomen heeft. Het risico op contact met niet-gediagnosticeerde dragers van het virus onder het personeel en andere patiënten tijdens de ziekenhuisopname is relatief hoog. Daarom zijn de voordelen van transplantatie in vergelijking met het risico om een ernstige COVID-19-besmetting op te lopen moeilijk in te schatten. Een opflakkering van de epidemie is zeer waarschijnlijk schadelijk voor de transplantatie.

 

Hoe zit het met de donoren?

Een andere problematische kwestie is de aanwezigheid van een niet-gediagnosticeerde COVID-19-infectie bij orgaandonoren. Het potentiële risico van overdracht van COVID-19 van donor naar transplantatieontvanger is moeilijk in te schatten, maar het is waarschijnlijk dat ontvangers van longtransplantaties grote risico’s lopen. Tijdens de SARS-epidemie werd het virus ook ontdekt in organen zoals de lever en de nieren van besmette mensen. Er bestaat een algemene consensus dat screening voor COVID-19 moet worden uitgevoerd op alle orgaandonoren met een neus- of keel wisser, maar er blijft onzekerheid bestaan over de diagnostische waarden als gevolg van onvoldoende stalencapaciteit en vals negatieve tests tijdens de vroege incubatieperiode. Een bijkomende CT thorax is aanbevolen als hulpmiddel voor de screening op COVID-19-infectie. Wij willen er de nadruk op leggen dat een correcte diagnose van COVID-19-infectie bij een donor belangrijk is zowel voor de ontvangers van de transplantatie als voor het transplantatieteam.

 

Transplantatie en beperking van medische middelen tijdens een pandemie.

Alle activiteiten met betrekking tot orgaandonatie en -transplantatie worden beïnvloed door de beschikbaarheid van gezondheidszorgmiddelen tijdens de COVID-19 epidemie. De bedden op de intensive care-afdelingen worden omgevormd tot COVID-19 zones en in veel ziekenhuizen worden intensive care afdelingen georganiseerd in de zones van de operatiekamers en de postoperatieve zorg. Medisch personeel wordt vaak doorverwezen naar spoedafdelingen en intensive care-afdelingen en routinematige opvolgconsulten worden geannuleerd. Deze beperkingen van de middelen kunnen de orgaandonatie- en transplantatie activiteiten ernstig belemmeren onder de huidige kwaliteits- en veiligheidsnormen.

 

Aanbevelingen voor orgaantransplantatie

In het licht van deze overwegingen hebben de Belgian Transplant Society (BTS) en de National Transplant Council (NTC) het volgende standpunt ingenomen met betrekking tot de voortzetting van donatie en transplantatie van overleden en levende personen tijdens de COVID-19 epidemie. De deskundigen benadrukten dat ze bang zijn voor de gevolgen van de COVID-19-crisis voor patiënten met levensbedreigende lever-, hart- en longfalen (en nierfalen zonder dialyse). Deze patiënten hebben een hoog risico op kortetermijnsterfte, terwijl hun overlevingskans na de transplantatie hoger is dan 90% (vaak na enkele dagen op de intensive care) en de overlevingskans van meer dan één jaar ongeveer 85-90% is. Daarom bevelen het BTS en BTC aan om de toegang tot transplantatie tijdens deze epidemie zoveel mogelijk te behouden zodat het sterftecijfer in deze populatie niet oploopt. Academische ziekenhuizen moeten de orgaandonatie- en transplantatie activiteiten tijdens de COVID-19-epidemie blijven verzorgen voor deze patiënten waar de nood aan transplantaite het hoogst is.

Potentiële donoren moeten worden getest op COVID-19 voordat de organen worden verwijderd. Het starten van een procedure met een COVID-19 geïnfecteerde donor kan mogelijk leiden tot blootstelling van het transplantatieteam door besmetting van de operatiekamer.
De activiteiten moeten worden gepland op basis van de lokaal beschikbare middelen en bij voorkeur door vóór de procedure ten minste één ontvanger aan te wijzen voor de aan te schaffen organen.

Niertransplantatie

Voor levende en overleden donorniertransplantaties bij stabiele dialysepatiënten worden deze opgeschort tot het einde van de COVID-19 epidemie. Centra kunnen niertransplantaties uitvoeren bij patiënten met een hoge urgentie status. Niertransplantatie bij patiënten die meerdere antilichamen tegen weefsel compatibiliteits-antigenen hebben en voor wie het moeilijk is om donoren te vinden, moet worden uitgevoerd als er een geschikte donor wordt gevonden. Een andere categorie van patiënten die veel baat hebben bij de transplantatie zijn kinderen die worden gedialyseerd. Ernstige COVID-19 infecties bij kinderen zijn zeldzaam. Dialyse therapie heeft een enorme medische en psycho-sociale impact op kinderen, en niertransplantatie bij kinderen kan een levensreddende procedure zijn. Daarom kan niertransplantatie bij kinderen worden uitgevoerd wanneer de behandelende artsen van mening zijn dat de voordelen opwegen tegen het potentiële risico van COVID-19-infectie onder immuunsuppressieve omstandigheden met hoge doses. De beslissing moet worden genomen na overleg met de ouders en eventueel met de patiënt zelf.

Andere orgaantransplantaties

In dit stadium worden de lever-, hart- en longtransplantatieprogramma’s voortgezet. Er wordt voorrang gegeven aan patiënten die dringend een transplantatie nodig hebben. Transplantatiecentra beslissen per geval of de klinische toestand van patiënten het uitstellen van de transplantatie tot het einde van de COVID-19 epidemie kan rechtvaardigen, of de transplantatie ondanks de pandemie moet worden uitgevoerd.

Onderzoek naar de aanwezigheid van COVID-19 in transplantatieontvangers

Alle potentiële ontvangers moeten een COVID-19 screening ondergaan. Bij ziekenhuisopname voor transplantatie wordt ook een CT-scan van de borstkas aanbevolen om typische COVID-19-gerelateerde longletsels te onderzoeken. Het verzamelen en eventueel transplanteren moet worden uitgesteld totdat de resultaten van het COVID-19 onderzoek van de ontvanger bekend zijn.

 

Epidemiologische situatie vanaf 20.04.2020

De epidemiologische cijfers van 19.04.2020 wijzen op een verdere daling van het aantal opnames in de ziekenhuizen, alsook een verdere daling van patiënten die intensieve zorg nodig hebben. Er is ook een daling van aantal patiënten die beademing nodig hebben, en een stabilisatie van aantal patiënten in het ziekenhuis vanwege COVID-19.

Zo werden gisteren 232 mensen in het ziekenhuis opgenomen vanwege COVID-19 en werden 138 mensen ontslagen. In de ziekenhuizen in België zijn 4920 mensen gehospitaliseerd voor het coronavirus (een toename van 9 gehospitaliseerde patiënten voor COVID-19 ten opzichte van de vorige dag). 1071 patiënten bevinden zich op de intensive care (10 minder dan eergisteren). Helaas zijn gisteren nog 168 mensen gestorven door COVID-19 (de meeste van hen in rust en verzorgingsinstellingen), wat betekent dat sinds 13 maart 5453 mensen in België zijn overleden aan het coronavirus.

Zo ligt het aantal mensen dat in het ziekenhuis is opgenomen vanwege COVID-19 al twee dagen onder de 5000.

 

Mijn virusvrije groeten aan jullie allemaal,

Agnieszka Ciarka

Bedankt aan Mevr Anne Strijckmans voor proeflezen van de Nederlandstalige versie van mijn newsletter.

 

Teleconsultatie/Videoconsultatie Cardiologie:

https://www.ciarkaprocardio.pl/rejestracja-umow-sie-do-lekarza/

Tel. 0471 74 18 60

Blog: https://www.ciarkaprocardio.pl/blog/

Leave a Comment

Contact Us

We're not around right now. But you can send us an email and we'll get back to you, asap.

Not readable? Change text. captcha txt

Start typing and press Enter to search